Naar een ethische ethiek: kunst als spiegel van tijd, sleutel tot volkomen kunstgenot (1 lezing)

Deze lezing gaf Jan Vaes reeds op verschillende plaatsen in binnen- en buitenland, met grote weerklank; enkele reacties:

F. Boni, Antwerpen: … voor ons ging in één avond een wereld open… hadden we dit maar eerder geweten; dertig jaar ingehaald in twee uren

G. Dol, Overpelt: … dit had de TV moeten uitzenden, Vlaanderen zou eindelijk kunst voluit kunnen smaken

Mensen hebben geleidelijk toegang gekregen tot politieke, sociale, economische en culturele rechten, de pijlers van beschaving; velen blijft echter het recht op waar kunstgenot onthouden door ondoeltreffende kunsteducatie. Het is asociaal om mensen nog voor te houden dat je kunst subjectief moet benaderen. Dat laat niet-ingewijden aan hun lot over. Het ontzegt ze het recht op kunstgenot. Kunstgenot is maar totaal als men kunst totaal begrijpt. Daartoe kan de individuele expressie en emotie van de kunstenaar niet bijdragen, want die kennen we niet, zeker als het grootste deel van de kunst uit de wereldgeschiedenis anoniem is overgeleverd. Ook kleur, toon, lijn en compositie, de vormentaal, volstaan niet om het kunstwerk totaal te vatten en te genieten.  Welke kleur is immers de mooiste?

Hoe dan alle kunst, ook hedendaagse kunst onmiddellijk toegankelijk maken? Wat is de sleutel tot kunstgenot? Wat wel objectiveerbaar en concreet is, is de mate waarin het kunstwerk zijn tijd gecondenseerd weerspiegelt, de essentie van een tijd vat. Een cultuurproduct dat deze eigenschap niet heeft, bezit geen esthetische kwaliteiten.

Kunst is spiegel, samenvatting en barometer van zijn tijd en niet van de subjectiviteit van de kunstenaar. Grote kunstenaars zijn sensoren van veranderende tijden en van wat daarin als essentieel werd beschouwd: daarom is kunst ook nooit statisch, maar moet ze vernieuwend zijn, creatief, mee met de tijd. 

De lezing zal deze stelling ten overvloede bewijzen met een geïllustreerd en chronologisch overzicht van de relatie tussen tijdsbeeld en kunst.