Tempelkerken, badhuiskerken en brugkerken: christelijk hergebruik van antieke bouwwerken (1 lezing)

Deze lezing wil een belangrijk facet van een constante in de (cultuur)geschiedenis op wetenschappelijke wijze voorleggen, nl. continuïteit en discontinuïteit van culturen en religies. Dat is belangrijk in een tijd waarin dat opnieuw acuut is.

Jan Vaes bestudeerde 298 vroegmiddeleeuwse kerken in Italië die gebouwd zijn in profane en heidense bouwwerken uit de Oudheid. Dat geeft niet alleen een bijzonder inzicht in ontstaan en ontwikkeling van de christelijke architectuur. De studie van de motieven van deze verbouwkunst, van dit hergebruik levert immers tevens een tijdsbeeld op: de ene cultuur volgde op een zeer bijzondere wijze de andere op, haar op haar beurt diepgaand beïnvloedend. Integratie en diversiteit zijn af te lezen in de materiële cultuur.

Met dit onderzoek promoveerde Jan Vaes tot doctor in de oudheidkunde en kunstgeschiedenis. De Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België bekroonde hem ervoor tot laureaat in 1991.