Prelaten, privileges en vrijpostige voogden: geschiedenis van het graafschap Loon en het prinsbisdom Luik in Europees perspectief (1, 2 of 4 lezingen)

De spreker bereidt op dit ogenblik een prachtig geïllustreerd boek voor over de graven van Loon (330 bladzijden) op vraag van de overheid en toegankelijk voor een breed publiek. Ze zal verschijnen in het voorjaar 2015 bij uitgeverij Davidsfonds.

De lezing vat het boek samen en wil op een bevattelijke en aanschouwelijke wijze twee hoofdrolspelers in de geschiedenis van de Euregio Maas-Rijn voorstellen: het graafschap Loon en het prinsbisdom Luik.

De ‘vaderlandse geschiedenis’ is vaak beperkt gebleven tot en geschreven vanuit het standpunt van de Nederlanden, waartoe Loon en Luik niet behoorden. Vanaf 1795 niet meer in het Duitse Rijk, bleef ook bij de Duitse historici de interesse voor deze regio’s voortaan beperkt. Een groot patrimonium bleef zo nauwelijks ontgonnen. Het doel van deze lezing is onder meer aan te tonen dat door de ligging tussen én het contact met verschillende omliggende culturen, de geschiedenis en cultuurgeschiedenis van Loon en Luik bijzonder rijk zijn: Loon loont de moeite, ook omdat haar geschiedenis een reeks typische, historische mechanismen onderging, die de spreker blootlegt.

Uit de Karolingische gouwen groeiden in de vroege Middeleeuwen talrijke heerlijkheden en graafschappen, zoals het graafschap Loon. Het was door een ‘dubbele horizontale vazalliteit’ verbonden met het prinsbisdom Luik en de Duitse keizer. Geprangd tussen machtige buren, zoals de hertogen van Brabant en Jülich, was deze leenband een broze levensverzekering. De graven van Loon trachtten door een berekende huwelijkspolitiek in het Duitse Rijk, door het stichten van stedelijke vrijheden en door het uitoefenen van voogdijrechten hun positie verder te verstevigen; op termijn bleken deze pogingen echter juist hun ondergang te versnellen.

Wanneer er vanaf 1366 geen wettelijke erfgenamen meer zijn, gaan de grafelijke rechten over op de leenheer, de bisschop van Luik, zoals het leenrecht vereiste.

Na de pogingen om Luik – en dus Loon – in het Bourgondische statencomplex in te lijven, worden beide door de Habsburgers definitief in de Niederrheinisch-Westfälische Kreis opgenomen. De prins-bisschoppen besturen Loon voortaan op een stiefmoederlijke wijze. Zelf zijn ze speelbal van de talrijke krachten die in de Stedentijd en Vorstentijd ageren: Duitse keizer en adel, kapittels, Luikse patriciërs en ambachten.

In deze lezing worden niet alleen de mechanismen van de politiek-staatkundige evolutie geschetst, maar ook bondig de sociaal-economische, religieuze en culturele ontwikkeling van één van de boeiendste regio’s van West-Europa.